De Texelaar en cultuur
“Je zult nog eerder een Texelaar uit de dood laten herrijzen dan dat je hem of haar cultuur bijbrengt”. De uitspraak is van Gijs Oskam uit de jaren 50 naar aanleiding van de oprichting van de welzijnsstichting in 1956. Maar is dat wel zo?
Toen ik aan het eind van de jaren 70, vers op Texel, met vrienden in schuurtjes en bijkeukens aan het muziek maken was (vonden wij) en er allerlei bandjes ontstonden, in navolging van de echte oude rockers als The Typhoons en de Incrowd (en de rest) groeide de behoefte ook om ergens op te treden en onze kunsten te laten zien. Ik laat in het midden of de behoefte om het te aanschouwen verder ging dan de directe familie en vrienden. De muziekschool was nog heel klein en voor de cafés waren we nog niet interessant. Zodoende viel het oog op de Wezentuin met de muzieknis waar we ons eigen festival ‘Texelpop’ van start lieten gaan (veel dank verschuldigd aan Hans Oosterhof c.s.) Wat waren we wereldberoemd in eigen kring. De Lindeboomzaal kwam al bleek die niet zo geschikt te zijn maar we hebben er veel gebruik van gemaakt en vele andere verenigingen ook. Texelaars speelden toneel, zongen, dansten, maakten muziek enzovoorts.
Langzamerhand begon wel de vraag te veranderen, andere dansen, andere instrumenten, niet alleen jongeren, maar alle leeftijden. De muziekschool werd breder, meer instrumenten enzovoorts. Waar ik vroeger niets van een muziekschool wilde weten, ik wilde gitaar leren spelen en daar moest je beginnen op blokfluit (geen denken aan natuurlijk) zag ik een leuke inspirerende school ontstaan. In de jaren van Texelpop, Strenderpop en ander festiviteiten zag je het resultaat. Veel verschillende bandjes die na veel oefenen met inzet en passie lieten horen wat ze konden en ik moet zeggen, ik heb daar in de loop der jaren heel veel goede muzikanten voorbij zien komen. Het publiek bestond ook niet meer alleen uit vaders en moeders en meegetorste grootouders en gedwongen familieleden. Voor veel mensen was en is het een leuk uitje, en volgens Peter Dros: “het voordeel van een festival met zoveel bandjes als op Texelpop is dat je je maar een half uurtje hoeft te ergeren en dan komt er wat anders!” U merkt wel, het werd gewaardeerd.
Nu de oude muziekschool niet meer voldoet hebben we de kans om een grote slag te slaan. Een cultuurhuis, voor dans en muziek, boeken in de bieb, weer een ruimte waar onze beginnende supersterren kunnen laten zien en horen wat ze kunnen eventueel live uitgezonden via radio Texel, en wat er allemaal nog meer kan. Terugkijken op 1965 en de uitspraak van dhr. Oskam kan ik zeggen: je had gelijk en ongelijk, de Texelaar is wèl cultureel. (maar ik vermoed dat hij dat niet erg gevonden zou hebben) Ik zie uit naar het nieuwe cultuurhuis.